Regio Oost | Antimicrobiële effecten van voederadditieven

Greenvalley International B.V. heeft kennis opgebouwd rondom de effecten van voederadditieven op micro-organismen, welke de darm bewonen van onze mono-gastrische productiedieren. Sommige van deze micro-organismen veroorzaken ziekte aan het dier, wat de productie, het dierwelzijn en antibioticareductie benadeelt. Tevens kunnen zij potentieel ziekteverwekkend zijn voor de mens en vormen daarom een bedreiging voor de volksgezondheid..Door deze micro-organismen te beheersen in het dier, zal dit zowel de gezondheid als het welzijn van dier en mens vergroten. ..Greenvalley International B.V. heeft ongeveer 10 mengsels bekend vanuit de literatuur, die de gewenste antimicrobiële werking in vitro vertonen. Een vertaalslag van in vitro naar in vivo moet echter nog worden gemaakt en deze is essentieel voor onderbouwing van een eventueel nieuw product dat door Greenvalley International B.V. op de markt kan worden gebracht. .Hierbij staat centraal: .Wat is de antibacteriele werkzaamheid van de verschillende mengsel voederaddtieven in het lumen van de darm op de relevante organismen? ..Greenvalley International B.V. gaat uit naar de volgende doeldieren en micro-organismen: . - Big, leeftijd 7-8 weken: .o Streptococcus suis: type 9, eventueel type 1 en 2 .o Clostridium perfringens: type A .o Escherichia coli: . - Diarree: ETEC (F4/F18) . - Oedeemziekte: EDEC .o Salmonella spp.. - Salmonella cholerasuis. - (evt Salmonella typhimurium). .- Vleeskuiken, leeftijd 2-3 weken: .o Clostridium perfringens . - Type A .o Campylobacter spp. . - Campylobacter jejuni. - Campylobacter coli.o Escherichia coli. - Avian pathogenic E coli (APEC)..Om de antimicrobiële werkzaamheid van voederadditieven op de microbiële samenstelling van de darm snel en effectief te kunnen testen, heeft TNO een screeningplatform ontwikkeld. Deze zogenaamde I-screen is een ex vivo model en maakt gebruik van een 96-wells systeem, waarin de darm-microbiota van het doeldier en gewenste darmdeel wordt nagebootst. Door het 96-wells systeem kunnen er vele stoffen, stofcombinaties en hun concentraties tegelijk worden getest. Per plaat kunnen er ongeveer 20 testen worden ingezet, dit houdt in dat er 20 mengsels (in triplo ) per plaat (in dit geval per diersoort) kunnen worden getest. .Hierbij geldt dat de stofcombinaties zowel op alleen de bovengenoemde micro-organismen kunnen worden getest, als ook op de complexe microflora van het doeldier, met daaraan toegevoegd deze specifieke target micro-organismen. Voordeel van de laatste optie is dat microbiële shifts in de gehele microflora kunnen worden gemonitord. In het systeem wordt de uitgroei, of juist groeiremming, van de micro-organismen onder invloed van de verschillende stoffen en hun mengsels geëvalueerd. De ingezette monsters worden 24 uur geïncubeerd, waarna verschuivingen in zowel de targetorganismen als in de hele microbiota goed kunnen worden uitgelezen. De groei van de targetorganismen wordt gemeten met een moleculaire uitlezing, de “quantitative Polymerase Chain Reaction” (qPCR) waarmee de aanwezigheid van specifieke soorten kwantitatief gevolgd kan worden. Ter analyse van verschuivingen in de hele complexe microflora kan optioneel een mass amplicon sequencing methode worden toegepast...Aan de hand van de resultaten kan men het beste voederadditief kiezen om een vervolgstudie mee te starten. Indien geen van de te onderzoeken voedseladditieven de beoogde resultaten geven zal moeten worden besloten of dat dit project wel of niet een vervolg krijgt.