Regio Zuid-Holland | Warmtebehandeling ter verduurzaming narcissenteelt
In deze haalbaarheidsstudie zal worden beoordeeld of het economisch haalbaar is het milieubelastende proces van het "koken" van narcissen te vervangen door een warmtebehandeling waarbij lucht de vector van warmte is in plaats van een oplossing van water en diverse chemische fungiciden (schimmelbestrijdingsmiddelen). In de gangbare narcissenteelt worden tot op heden de narcissen jaarlijks, door middel van een warmwaterbehandeling gedurende een aantal uur bij temperaturen tussen de 42 en 47 graden Celsius, gekookt waarbij het plantpathogene stengelaaltje (Ditylenchus dipsaci) en tevens quarantaine-organisme bestreden. Dit bad fungeert echter ook als verspreider van diverse schimmels, waarbij bolrot (Fusarium) het grootste knelpunt vormt. Om verspreiding van deze schimmels onder de narcissenbollen in het verontreinigde bad te voorkomen worden fungicide gewasbeschermingsmiddelen toegevoegd. Dit terwijl deze chemische middelen geen invloed hebben op de beoogde bestrijding van het stengelaaltje en daarnaast vaak door erfemissie in het oppervlaktewater worden aangetroffen. Doelstelling is dan ook om de dodelijke warmte die gangbaar door warm water wordt toegediend om aaltjes te doden te vervangen door een warmtebehandeling door middel van hete lucht. Hierbij wordt het risico op verspreiding van schimmels tijdens de behandeling weggenomen, het gebruiks van chemische gewasbeschermingsmiddelen verminderd en het de kans op erfemissie door de warmwaterbehandeling tot nul beperkt. Een haalbaarheidsstudie op praktijk en economisch vlak zal hieraan ten grondslag moeten liggen. Dit door be