De leesautomaat
Kinderen met (ernstige) lees- en/of spellingproblemen hebben het moeilijk op school. Tenminste 10% van alle kinderen heeft in groep 3 problemen met het leren lezen en spellen. Uit onderzoek blijkt dat circa 20% van alle brugklassers een achterstand heeft van meer dat twee jaar op het gebied van technisch lezen. Voor kinderen met genoemde hardnekkige problemen blijft intensief oefenen noodzakelijk. Binnen Passend Onderwijs op de basisscholen ontbreekt echter vaak de tijd om dagelijks intensief te oefenen en binnen de vergoede zorg (dyslexiebehandeling door gekwalificeerde instituten) heerst onzekerheid, omdat gemeenten sinds 1 januari 2015 verantwoordelijk zijn voor de financiering van de hulp aan kinderen met (ernstige, enkelvoudige) dyslexie, terwijl bekend is dat de gemeenten ook moeten bezuinigen. Genoemde actuele knelpunten vragen om nieuwe technologische ontwikkelingen door computerondersteund onderwijs, die het mogelijk maken de kwaliteit van hulp op een hoog peil te houden en de kosten omlaag te brengen. De huidige technische oplossingen in de markt zijn onvoldoende. Het technisch idee is om een computergestuurd adaptief webbased interventieprogramma te ontwikkelen . Aanvrager verwacht, gegeven de staat van de technische oplossingen in de markt, het interventieprogramma te ontwikkelen in de vorm van een platform, geheel ontwikkeld in C# en ASP.Net. Aanvrager heeft de intentie dat het platform ondersteuning zal bieden voor het continu toevoegen van additionele cursussen, wat mogelijk gemaakt zal worden via een plugin architectuur. Bovendien zal aanvrager moeten aansluiten bij leerlingvolgsystemen zoals bv Parnassys dat op veel scholen gebruikt wordt. Het te ontwikkelen programma moet bij gebleken haalbaarheid onafhankelijk van bestaande lees- taalmethodes te gebruiken zijn. Middels gamification worden gebruikers / kinderen gestimuleerd om te oefenen. Het nieuw te ontwikkelen programma heeft, in geval van gebleken haalbaarheid dan een breder economisch perspectief,, namelijk naast de huidige doelgroep, kan het gebruikt worden voor een grotere groep kinderen met minder ernstige problemen op het gebied van lezen en spellen. Het programma kan daardoor ook preventief ingezet worden als bij een kind gesignaleerd wordt dat extra in oefening op het gebied van lezen en spellen nodig is. Via deze haalbaarheidsstudie willen wij nagaan of het uit technisch, economisch en juridisch oogpunt haalbaar is om een adaptief webbased interventieprogramma te ontwikkelen gericht op in eerste instantie kinderen in het basisonderwijs, maar waarbij een uitbreiding naar andere leeftijdsgroepen tot de mogelijkheden behoort.