Regio Zuid | Visuele Instap Bewaking (VIB 2.0)

Bij trein-, tram- en metrostations zijn videosystemen operationeel voor instap bewaking: ‘Visuele Instap Bewaking (VIB). Deze systemen bestaan uit wal-installaties (op de stations) en voertuigdelen (in de treinstellen). Onderdeel van die installaties is een ‘beeldmixer’. De beeldmixer maakt het mogelijk om meerdere camerabeelden op één monitor te presenteren..Vlak voor het binnenrijden van een station zullen automatisch beelden van de perroncamera’s worden gepresenteerd aan de bestuurder. Om veilig te kunnen vertrekken, dienen de deuren gecontroleerd te worden gesloten. Voor de bestuurder is het van essentieel belang dat er te allen tijde hoogwaardige beelden beschikbaar zijn van de perronrand en de deuren..De technologie die tot nu toe wordt ingezet, raakt langzamerhand verouderd of is niet meer leverbaar. De configuratie met andere, nieuwere systemen levert steeds meer problemen op. Veel spoor-infrabeheerders zijn dan ook op zoek naar een nieuwe state-of-the-art oplossing op basis van digitale techniek, die wel past bij de technologische stand van zaken in het spoor..Arcobel ziet kansen om een dergelijk systeem te ontwikkelen op basis van de kennis en ervaring die zij in huis hebben. Kern ervan vormt de beeldmixer, maar de overige componenten (exclusief de camera’s op de perrons) worden ook ontwikkeld om tot een passend compleet systeem te komen. De combinatie van verschillende technologieën maakt het daarom tot een uitdagende opgave, waarbij het verstandig is eerst de haalbaarheid te onderzoeken op basis van de verzamelde ideeën van de klanten en van Arcobel zelf..De doelstelling van het project is om antwoord te krijgen op de hoofdvragen om daarmee tot een weloverwogen besluit te komen het ontwikkeltraject op te starten. Daarnaast kunnen potentiële klanten met de aangetoonde haalbaarheid worden benaderd om met Arcobel in zee te gaan. De vragen kunnen worden samengevat in de volgende hoofdvragen:.• Welke systeemelementen moeten in samenhang met de beeldmixer (en met elkaar) ontwikkeld worden en hoe kan het geheel als compleet systeem aansluiten op de bestaande infrastructuur in het spoor (technologische verkenning)?.• Voor welke marktpartijen is deze ontwikkeling interessant en aantrekkelijk en op welke wijze moet het product vorm krijgen in een verdienmodel (markt- en financiële verkenning)?.De resultaten van de studie zijn tweeledig. Ten eerste komt er antwoord op de hierboven gestelde vragen in de vorm van een rapportage, waarin naast de letterlijke antwoorden ook een overall conclusie wordt getrokken over het wel of niet starten van het ontwikkelingstraject. Daarnaast is er een fysiek resultaat, namelijk een proefopstelling – zo mogelijk opgesteld in samenwerking met een potentiële klant - om de werking van theorie naar praktijk te vertalen en de eerste uitgangspunten vast te leggen..