Drijvend oxidatieveld
Ons project leidt tot een emissiereductie van NH3 van tenminste 50% in het stalsysteem, maar naar verwachting voor 70%. De CH4 emissiereductie uit de mest is minimaal 50%, maar naar verwachting 95%.
We gaan een kelderloze stal bouwen met versnelde gierafvoer en regelmatige fecesafvoer, waarbij de mestgang besproeid wordt. Hierdoor is er geen kans om ammoniak en methaan te vormen in de stal. De mest wordt naar een gasdicht mestcompartiment gebracht waar methanotrofe bacteriën voor methaan afbraak zorgen. In deze gasdichte mestcompartimenten
wordt de mest gemengd opgeslagen. Hierbij ontstaan bezink en drijflagen. De drijflagen zijn natte organische delen die naar het oppervlak drijven.
Het blijkt uit diverse literatuur en praktijkproeven dat deze drijflaag een biologisch actief bacterieleven gaat bevatten. Onder de drijfmest is een anaerobe omgeving waar methanogene bacteriën methaan produceren, dit proces is gelijk aan de mest in opgeslagen kelders. Op de drijfmest bevindt zich het drijvende oxidatieveld, dit is een laag van minimaal 30 cm dikte. Deze groeit van de onderkant aan door de natte organische delen, die daartegenaan drijven. Deze is om die reden ook altijd volledig afgesloten en vertraagt de omzetting van ammonium naar ammoniak en blokkeert de vervluchtiging.
De laag wordt droger naarmate je hoger in de laag komt. Bij het oppervlak is deze vrijwel volledig droog, dit komt door de mechanische ventilatie onder de gasdichte kap door. Deze ventilatie is nodig om zuurstof aan de korst te bieden, hierdoor ontstaat dus een aerobe omgeving. In de korst zitten de methanotrofe bacteriën die methaan omzetten in CO2 en H2O. Ook zorgt de aerobe omgeving voor volledige nitrificatie en denitrificatie, waardoor eventuele ontsnapte stikstof nog wordt omgezet naar N2 gas.
De effectiviteit en werking van deze korst is natuurlijk afhankelijk van de activiteit van de bacteriën, luchtdichtheid van de laag en dikte (tijd) van de laag waarin de bacteriën de methaan kunnen omzetten. Uit proeven is gebleken dat er tot wel 90% reductie mogelijk is. In fase 1 gaan we de omstandigheden optimaliseren voor de korst om naar deze 90% werking toe te gaan.
Om werking van het systeem te borgen gaan we de ventilatielucht qua debiet en samenstelling meten. Op basis van deze uitslagen wordt nog een ondergronds oxidatieveld uitgevoerd waar eventuele restemissies alsnog worden omgezet.